Timman versus Schuring

Als enige speler van Eper schaakclub De 7 pionnen heeft Rein Schuring uit Oene tijdens de jubileumschaaksimultaan op 21 maart 2009 grootmeester Jan Timman beentje weten te lichten. De andere speler die dat lukte was Johan Redeker uit Hattem. Rein analyseert zelf zijn gewonnen partij.

Wit: Jan Timman
Zwart: Rein Schuring

1. d2-d4 Pg8-f6
2. c2-c4
Hier ben ik blij mee. Ik krijg de kans om het Budapester Gambiet te spelen. Dat klinkt
weliswaar erg “twintigerjaren” en scherp, maar biedt zwart overzichtelijk spel. Een
remiseopening.
2. e7-e5
3. d4xe5 Pf6-g4
4. Pg1-f3 Lf8-c5
5. e2-e3 Pb8-c6
6. Lf1-e2 Pfxe5
7. 0-0 0-0
8. Pb1-c3 d7-d6
Geen echt gambiet. Geen problemen voor de zwartspeler.
9. Pf3-d4 Lc8-d7
10. b2-b3 Tf8-e8
11. Lc1-b2
De simultaangever zet zijn stukken op goede posities. En ik? Ik manoeuvreer maar mee.
11. Lc5xd4
Ik vind mijn loper minder sterk dan zijn paard. Bovendien staat mijn toren al op de e-lijn.
Dat blijkt later van groot belang, maar dat wist ik op dat moment nog niet.
12. e3xd4 Pe5-g6
Als gezegd, overzichtelijk spel. Ik zit op mijn gemak.
13. g2-g3 a7-a6
De simultaangever onderneemt niets. En ik? Ik ook niet dus.
14. Le2-f3
Bij een simultaanpartij moet je altijd een zet paraat hebben. Want ineens is hij daar en
moet je zetten. In een gewone partij echter doet zich bijna altijd een moment voor waar
je een plan moet verzinnen. Zoals nu. Een overgangsmoment van slagorde naar slag. Hier
zou ik een kwartier denktijd – of meer – willen investeren. Maar dat ging niet. Vanuit
mijn ooghoeken zag ik hem naderen. Tom Poes verzin een list. Een zet dus maar omdat
het moest.
14. Dd8-f6
15. Pc3-d5 Df6-d8
16. Lf3-g2 Pg6-e7
17. Pd5-f4 Pe7-f5
18. d4-d5 Pc6-e5
19. Tf1-e1 Pe5-g6
Natuurlijk is er op het bord iets terug te vinden van het verschil in duizend elo-punten.
Er zijn echter geen complicaties of dreigingen. Doorgaan. Volhouden. Ik zit nog goed.
20. Pf4-h5?
Het is niet aan mij om de grootmeesterlijke zetten te beoordelen. Maar toen hij deze
paardzet deed mompelde ik iets als “das een rare”. Achteraf denk ik “das een fout” en
de grootmeester “das een blunder”. Maar das achteraf. Ik was weer aan zet. En ik
reageerde zonder aarzelen. Doen. Pats-boem.
20. Te8xe1
21. Dd1xe1 Dd8-g5
Schuring heeft het iniatief en dan is hij in zijn element. Maar dat wist Timman natuurlijk
niet. Ik zit niet lekker meer. Ik moet even wandelen. Even babbelen met Jan Berkhoff.
“Hoe gaat het?” “Nou, ik sta goed.” Ja ja, de middag duurt nog lang.”
22. De1-d1 Ta8-e8
23. Lb2-c1 Dg5-e7
24. Lc1-d2 Pf5-d4
25. Kg1-h1
Daar wordt zwart niet bang van.
25. De7-e2
Ik hoop, ik denk – ik sta beter! Adrénaline.
26. Ld1-c3 Pd4-c2
27. Ph5xg7 Pc2xa1
28. Dd1xa1 Te8-e7
29. Lc3-f6 De2-e1 +

De simultaangever geeft een hand en loopt door. IK HEB GEWONNEN!

Natuurlijk heb ik veel nagepraat over deze overwinning. En uiteraard heb ik de partij enige malen nagespeeld. Maar de hectische slotfase heb ik niet uitvoerig geanalyseerd. Fouten, varianten, soit. Ik vind van mezelf dat ik goed en met overtuiging heb gespeeld. Dat gevoel wil ik dan ook in stand houden. Analyseren is wijsheid achteraf. En achteraf kun je een koe in de kont kijken om met ex-Feijenoordtrainer Gert-Jan Verbeek te spreken. Op het bord moet het gebeuren. En op het bord is het gebeurd. Waarvan acte.

Laat een reactie achter